De geschiedenis van raclette
Raclette is een gerecht dat oorspronkelijk uit Zwitserland komt. De gelijknamige kaas waaraan het gerecht zijn naam ontleent, ontstond in de middeleeuwen in de bergen van Wallis. De eerste schriftelijke verwijzingen naar de kaas dateren uit de 16e eeuw, maar pas in 1874 werd de term raclette bedacht. Oorspronkelijk werd de kaas, een doormidden gesneden wiel, voor de open haard gelegd om te smelten, de kaasstroom droeg de naam religieuse. De kaas werd vergezeld door aardappelen die in de as werden gekookt. Pas in 1921, met de ontwikkeling van elektriciteit, verscheen de elektrische schans.
Met of zonder vleeswaren?
Er is nog een verschil: in Zwitserland eet je geen vleeswaren bij raclette! In plaats daarvan voegen de Zwitsers naar eigen smaak tomaten, plakjes ui, ingemaakte specerijen (augurken, uien of champignons) en een vleugje peper toe. Raclette wordt al lang niet meer alleen in Frankrijk gemaakt, maar ook in verschillende regio's (Savoie, Auvergne, Bretagne, Franche-Comté) en in Canada (Quebec). Raclette is een geperste, ongekookte kaas gemaakt van rauwe of gepasteuriseerde koemelk. Raclette kan rond of vierkant van vorm zijn en het kaaswiel weegt tussen de 4 en 8 kg.
Witte of rode wijn?
Dit gerecht in Franse stijl combineert vleeswaren, romige, smeltende kaas en aardappels. Je moet rekening houden met alle ingrediënten wanneer je beslist welke wijn je kiest. Kaas haalt vaak de droogheid van de tannines naar boven en maskeert de kwaliteiten van veel rode wijnen. Toch is het voor wijnliefhebbers mogelijk om rode wijnen te vinden die bij dit gerecht passen. Je moet op zoek gaan naar wijnen die de nadruk leggen op rechttoe rechtaan fruit, gemakkelijke, frisse rode wijnen.
Aan de andere kant kunnen de zuren en de spanning van een scherpere witte wijn het vet en de romigheid van de kaas overwinnen en een beetje frisheid en knapperigheid toevoegen. Zoals vaak het geval is, raden we je aan om eerst lokaal te denken. Voor wit kun je kiezen tussen een lichte Chasselas uit de Vaudois of Valais, een levendige Petite Arvine uit de Valais, en voor rood: een Pinot Noir met weinig tannine of een Dôle, een blend van Gamay en Pinot. Als je het bij Franse wijnen wilt houden, ga dan naar de Savoie voor een Roussette (druivenras Altesse) of een Chignin Bergeron (druivenras Roussane), en naar de Jura voor rode wijnen met Poulsard, Trousseau of Pinot noir.
Vermijden:
- Rode wijnen die te tanninerijk, te zuur of te zonovergoten zijn
- Witte wijnen die te zuur, te droog of te zoet zijn
Nu ben je klaar om je voor te bereiden op een gourmetavond!